Persoonlijke praktijktheorie
2019
Vier jaar geleden heb ik de onderstaande video opgenomen. Een video over wie ik zou willen zijn als toekomstig Teacher Artist. Inmiddels, vier jaar later, kan ik zeggen dat deze video in grote lijnen nog overeenkomt met wie ik nu ben als Teacher Artist. Het grootste verschil tussen de video en nu is misschien wel dat ik destijds sprak over leerlingen en kinderen, terwijl ik momenteel in verband met mijn onderwijspraktijk spreek van studenten. (Dit schreef ik in mei 2023, toen ik nog les gaf op het Deltion)
Dit jaar diende ik ook mijn GEN1-portfolio in, waarin mijn eerste persoonlijke praktijktheorie was opgenomen. U kunt deze terugvinden in het onderstaande document.
2020
Mijn laatste portfolio dat ik ingeleverd heb was mijn GEN2-portfolio. Hierin stond mijn persoonlijke praktijktheorie opgenomen met kleine veranderingen/toevoegingen ten opzichte van de persoonlijke praktijktheorie uit het GEN 1-portfolio. De persoonlijke praktijktheorie uit het GEN2-portfolio kunt u terugvinden in het onderstaande document.
2022
Inmiddels was het 2022. Het werd tijd mijn persoonlijke praktijktheorie te herzien. Sinds 2020 ben ik mezelf verder gaan ontwikkelen tot Teacher Artist, wat betekende dat mijn persoonlijke praktijktheorie met me mee evolueerde.
Ik las mijn persoonlijke praktijktheorie van 2020 opnieuw door en concludeerde dat de kern hetzelfde zou blijven. Echter had ik het gevoel dat er iets ontbrak en vond ik dat de schrijfstijl en opmaak verbeterd konden worden.
Het herschrijven begon met het maken van een mindmap waarin ik opnam wat voor mij van belang is in het onderwijs. Deze mindmap ziet u hieronder.

Deze mindmap bleef een lange tijd liggen. De stap van daadwerkelijk schrijven liet op zich wachten. Wel verzamelde ik in de tussentijd (nieuwe) theorie en praktijkervaringen met betrekking tot wat ik in mijn mindmap had opgenomen.
2023
Vanuit mijn video, mijn persoonlijke praktijktheorie van 2020, de mindmap, verzamelde (nieuwe) theorieën en praktijkervaringen ben ik begonnen met het uitschrijven. Hieruit is de onderstaande persoonlijke praktijktheorie ontstaan. Deze praktijktheorie weerspiegelt wie ik nu ben als Teacher Artist en wat ik belangrijk vind in het onderwijs. Het dient als theoretische basis voor mijn handelen als docent en illustreert mijn persoonlijke visie.
Door mijn persoonlijke praktijktheorie als leidraad voor mijn onderwijs te gebruiken, hoop ik mijn studenten/leerlingen een veilige omgeving te bieden waarin zij zich gezien, gehoord en gesteund voelen, en waarin ze worden aangemoedigd om hun dromen na te jagen.
Persoonlijke praktijktheorie GEN 3
Mijn persoonlijke praktijktheorie is gebaseerd op mijn geloof in dat het onderwijs een plek kan zijn waar de ruimte geboden wordt om in je eigen tempo te ontdekken: wie je bent, wat je wilt en wat je kunt. Elk individu heeft eigen talenten. Het onderwijs kan naar mijn mening bijdragen aan het ontdekken en ontwikkelen van deze talenten.

Zelf heb ik ervaren dat het krijgen of misschien wel nemen van deze ruimte een positieve invloed heeft op het ontdekken van wie je bent, wat je wilt en wat je kunt. Ik nam niet de route die Google Maps zou hebben aangeraden om zo snel mogelijk op de plek van bestemming te komen. Ik ging met mijn eigen kaart op pad en Google Maps hielp mij af en toe de juiste weg weer terug te vinden. Dit heeft mij gevormd tot de persoon, maar ook de Teacher Artist, die ik nu ben.
Dit gun ik mijn studenten ook, het op pad gaan met hun eigen kaart. Ik zie drie zaken die van belang zijn om de studenten deze ervaring te kunnen bieden. Allereerst dat er aandacht is voor het individu, ieder heeft zijn eigen kaart. Mijn doel als teacher artist is om een veilige en inspirerende leeromgeving te bieden waarin elke student zich uitgedaagd voelt hun eigen kaart in te zetten en ook de keuze krijgen uit een uitgebreide menukaart. Echter wil ik ook dat zij weten dat Google Maps (ik), ze ziet en waardeer en ze ondersteun wanneer ze verdwaald zijn onderweg naar hun dromen.
Om die talenten te kunnen ontdekken en die dromen te kunnen najagen is een veilig leerklimaat van groot belang. Leerlingen hebben een veilige leeromgeving nodig om goed te kunnen leren, daarbij geldt ook dat docenten zich veilig moeten voelen op de school, om goed te kunnen werken (Nederlands jeugd instituut, z.j.). Wanneer een leerling zich niet veilig voelt in de klas, zal er een grotere angst zijn om te falen en vragen te stellen, waardoor een leerling vast kan lopen in zijn of haar leerproces.
Een sociaal veilige leeromgeving wordt door het Nederlands Jeugd Instituut (z.j) als volgt omschreven: "de omstandigheden waarin iedere leerling en professional zich gerespecteerd en aanvaard weet, ongeacht religie, afkomst of seksuele geaardheid, en waar men gevrijwaard is van ongeoorloofd gedrag en geweld, materieel, psychisch en fysiek (Skiba et al., 2006). Bovendien biedt de leeromgeving een zodanige kwaliteit dat veilig leren gewaarborgd is (fysieke veiligheid)." Ook schrijft Nederlands Jeugd Instituut (z.j.): "Een veilige leeromgeving, in combinatie met een zorgzame leeromgeving, laat de onderwijsprestaties bij de leerlingen stijgen."
Binnen mijn onderwijs zie ik terugkomen, dat studenten zich durven open te stellen en zichzelf durven te zijn. Ondanks dat ik maar kort de tijd met ze heb, 1,5 uur per week, check ik altijd eerst hoe iedereen erbij zit, dit zodat ik niet direct vol gas ga, terwijl ze misschien net een half uur hoorcollege van mijn collega gehad hebben. Studenten weten dit en weten ook dat ik hier waar mogelijk rekening mee houd. Dit maakt dan ook dat ik aan het begin van de les de lesplanning doorneem en met hen eventueel veranderingen aanbreng. Soms willen ze direct het hoofdgerecht, de andere keer starten ze het liefst met een amuse, dit kan ook per individu verschillen.
Daarnaast durven leerlingen uit te spreken wat ze van mijn lessen vinden (zowel goed als slecht), aan te geven wat zij graag willen leren, en hoe ze dit willen leren. Hier hecht ik veel waarde aan, omdat ik het van belang vind mijn onderwijs niet alleen af te stemmen op het einddoel waar de leerlingen volgens het kwalificatiedossier naar toe moeten (Duits op A2 niveau), maar ook op de behoeften van de studenten. In mijn eigen onderwijspraktijk ervaar ik dat studenten zowel om extra hulp vragen als om extra uitdaging. Wanneer ik naar mijn onderwijspraktijk kijk, zie ik studenten die elkaar accepteren voor wie ze zijn. Dit is iets waar als onderwijsteam ook naar gestreefd wordt, waarbij buitenschoolse activiteiten en SLB-uren een grote rol spelen.
Ik geloof in het centraal stellen van het individu. "If a child can't learn the way we teach, maybe we should teach the way they learn" is een quote die ik in 2015 tegen kwam op een poster en mij bij gebleven is. Deze quote zette mij aan het denken. De vraag die ik mezelf stelde was: "Aangezien iedereen op een andere manier leert, in een ander tempo en met verschillende interesses, waarom laten we leerlingen dan toch vaak op dezelfde manier leren?" Ik geloof in het centraal stellen van de behoeften, interesses en vaardigheden van mijn studenten. Onderwijs moet aanpasbaar zijn, niet iedereen hoeft dezelfde trein te nemen om van A naar Z te komen. Er moet ruimte zijn voor eigen leerstijlen, tempo en interesses. Differentiatie speelt hierbij een belangrijke rol. Differentiatie is ook wel te omschrijven als de wijze waarop ik als docent omga met de verschillen tussen mijn studenten en daarop mijn onderwijs afstem. Het doel wat differentiatie heeft is dat er tegemoet wordt gekomen aan de verschillende leerbehoeftes van studenten en daarmee de leermogelijkheden van de studenten in de klas worden vergroot (Kerpel, 2021). Dit probeer ik in mijn onderwijs zo goed mogelijk toe te passen, door ervoor te zorgen dat er voldoende materiaal is op verschillend niveau en ook door het aanbieden van verschillende werkvormen die verschillende leerstijlen aanspreken.
In mijn onderwijs vind ik het van belang de studenten inspirerend en betekenisvol lesmateriaal te bieden. Studenten zouden meer leren en beter gemotiveerd zijn, wanneer zij aan opdrachten werken die voor hen betekenisvol zijn. (Barron & Darling-Hammond, 2008). Een betekenisvolle opdracht moet aansluiten bij de belevingswereld en de ontwikkeling van de student. (Hornstra, Weijers, Veen & Peetsma, 2016). Dit wordt ook door SLO (2023) bevestigd.
Hier probeer ik voor te zorgen door in mijn opdrachten situaties mee te nemen die ze in de beroepspraktijk kunnen tegen komen. Ook wanneer we een 'saaie' grammatica opdracht behandelen, neem ik hierin woorden op uit de beroepspraktijk.
Ik vind het belangrijk om spel in het onderwijs in te zetten, omdat leerlingen dan op een actieve manier bezig zijn met het vervaardigen van/het verwerken van kennis. Mensen zijn van nature ontworpen om te leren door middel van ervaren en spelen (Koops, 2017). Het is zo dat een spel, waarin je ervoor zorgt dat de leerlingen bezigheid, na genoeg gelijk is aan het nadenken, het leren van de informatie die ze winnen met het spel, vanzelf tot stand komt (Dewey, 2011). Ik probeer mijn onderwijs zo in te richten, dat er betekenisvolle lesmaterialen ingezet worden in spelvorm. Het voordeel van spel is, dat ik de kennis van de studenten kan observeren, zonder dat ikzelf degene bent die in de belangstelling staat.
Voor mij is het ideale onderwijs het onderwijs waar leerlingen gezien worden, ruimte krijgen te experimenteren en kunnen leren vanuit hun eigen intrinsieke motivatie. Onderwijs waarbij fouten maken goed is, want van alleen succes ervaringen leer je weinig.
Literatuur bij Persoonlijke praktijktheorie
Barron, B., & Draling-Hammond, L. (2008). Teaching for Meaningful Learning - A Review of Research on Inquiry Based and Cooperative Learning. Stanford: Stanford University.
Dewey, J. (2011). Democraty and education. Hollywoord, United States: Simon & Brown.
Hornstra, L., Weijers, D., Veen, I., & Peetsma, T. (2016). Motiverend lesgeven. Universiteit Utrecht, Kohnstamm Instituut en Universiteit van Amsterdam.
Koops, M.C. (2017). Game didactiek. Den Haag: Uitgeverij Didactica
Nederlands jeugd instituut. (z.j.) Veilige leeromgeving. Opgehaald van: https://www.nji.nl/nl/Download-NJi/Veilige_leeromgeving_nji.pdf
Skiba, R., Simons, A.B., Peterson, R. & Forde, S (2006). The SRS Safe Schools Survey: A Broader Perspective on School Violence Prevention. In: Jimerson, S.R. & Furlong, M.J. Handbook of School Violence and School Safety. From Research to Practice. Mahwah, Lawrence Erlbaum Associate
SLO (2023). Betekenisvol leren. Opgehaald van: https://www.slo.nl/thema/vakspecifieke-thema/kunst-cultuur/leerplankader-kunstzinnige-orientatie/lexicon/betekenisvol-leren/
